Lyrische novelle over de liefde van twee jongeren in Staphorst, hun nachtelijke vrijages en de onwil van de jongen om met het bezwangerde meisje te trouwen. Fred Thomas beschrijft het volksgericht dat daarop volgt en vele andere gebruiken en tradities. Hij gebruikt een vorm van Staphorster dialect.  

ISBN: Niet meer verkrijgbaar.


Over de auteur

Fredericus Franciscus Xaverius Marie Dieudonné Thomas werd in 1906 in Amsterdam geboren. Fred Thomas was journalist en schrijver en was sinds 1929 werkzaam als journalist bij het dagblad De Tijd. Hij had bijzondere belangstelling voor het lot van de bewoners rondom de afgesloten Zuiderzee en was jarenlang secretaris van het Landelijk Comité tot Behoud van de Zuiderzee en voorzitter van de stichting Redt Volendam.

Naast Een Liefde in Staphorst  (1942) schreef hij onder meer Stervende binnenzee (1930), Wijkend water (1940) en De waterkant; een boek voor allen die van het water houden (1945). Fred Thomas is de vader van journalist Haye Thomas. Hij stierf in 1959.


In de media

1998-11-18, Trouw, 'Dorpsballaden'



Toelichting
Wendelien Voogd

In de jaren '40 werd de Amsterdamse journalist en schrijver Fred Thomas gevraagd om bij een collectie foto’s van Herbert Mendelsohn en Wouter S. Nijhoff een tekst te schrijven. Het resulteerde in Een liefde in Staphorst, een mengeling van een fictief verhaal over twee geliefden en beschrijvingen van allerlei volksgebruiken, veelal in Staphorster dialect geschreven. Deze folkloristische novelle, zoals Fred Thomas het zelf noemde, was gebaseerd op eigen observaties, tijdens een verblijf van enkele weken in Staphorst, en bronmateriaal, waarschijnlijk de studie van sociograaf Groenman.  

Fred Thomas was sinds 1929 journalist bij het dagblad De Tijd en had een bijzondere belangstelling voor het lot van de bewoners rondom de afgesloten Zuiderzee. Zo schreef hij romans met titels als Stervende binnenzee (1930), Wijkend water (1945) over het droogleggen van de Zuiderzee en de gevolgen voor de bewoners.

In de tijd van Fred Thomas vierde de sociografie hoogtij, een wetenschappelijke richting waarin de manier van leven in plattelandsgemeenten uitgebreid en gedetailleerd werd beschreven. Behalve dat deze studies vaak prachtige en waardevolle beschrijvingen van gemeenschappen voort brachten, hadden deze studies een weinig humanitair doel. Ze werden meestal verricht in opdracht van de overheid en bedoeld als voorstudie om gebieden te ontginnen of klaar te maken voor de industrie.

Fred Thomas zette zich af tegen tegen ‘de moderne wetenschap der sociografie’, die volgens hem het mysterie van Staphorst op de ontleedtafel bracht, haar verklaarde uit sociaal isolement en het ontbreken van niet-agrarische industrie, maar de ziel van Staphorst niet raakte. Zelf wilde hij een warm en menselijk beeld van Staphorst scheppen ‘...met zijn fouten en zijn deugden en alles met elkaar: zijn geheel eigen schoonheid, die men niet anders dan met schroom tegemoet mag treden'.

Fred Thomas schreef zijn roman middenin de Tweede Wereldoorlog en behoorde tot de generatie katholieke journalisten behept met een zekere Duitse romantiek, aldus de journalist en correspondent Haye Thomas, de zoon van Fred Thomas. Voor zijn verdiensten ‘als een der gevoeligste schrijvers van ‘s Lands Kroniek , een van de fijnste waarnemers van de schoonheid en merkwaardigheid van stad en land’, kreeg hij postuum de jaarlijkse ANWB-prijs toegekend.

Het lyrische taalgebruik van Fred Thomas in Een liefde in Staphorst, in combinatie met het gebruik van het dialect, doet inderdaad nogal sentimenteel aan. En dat terwijl het belangrijkste thema in het boek een volksgericht is, het resultaat van de vrijages tussen twee Staphorster jongeren en de onwil van de jongen om met het bezwangerde meisje te trouwen. De jongen wordt door zijn leeftijdsgenoten op een kar gezet, naar het huis van het meisje gereden en moet daar beloven, dat hij met haar zal trouwen. Toch is het juist de romanticus Fred Thomas, die er in slaagt over te brengen hoe het moet voelen om slachtoffer te zijn van zo’n volksgericht: 'Zij kijken elkaar aan, de vader, de moeder, de broers. Niemand geeft antwoord. Allen weten, wat de schiew (schreeuw, pop of vogelverschrikker die op het erf wordt gezet ten teken van schande, W.V.) betekent: vernedering en schande. (..) En Jantien. In angst heeft zij eerst roerloos toegeluisterd, denkt te dromen, een vreselijke benauwdheid, waarin zij stikken zal. Als eindelijk de stilte valt, dringt alles tot haar door in zijn barre werkelijkheid, drukt zij in wanhoop haar hoofd tegen het schot, krampachtig haar snikken verbijtend: Here, Here dan toch'.

Sinds de 'affaire Staphorst', waarbij een volksgericht wereldnieuws werd en Staphorst heel Nederland over zich heen kreeg, lijkt het onderwerp taboe. Niemand wil ervan beschuldigd worden Staphorst in een kwaad daglicht te stellen, of haar achterlijk doen lijken. Maar feit is dat volksgerichten bestaan hebben en dat het bijzonder pijnlijk moet zijn geweest om er het slachtoffer van te zijn geweest. Wie Fred Thomas leest, kan zich iets voorstellen bij de vernedering, de schaamte, de diepgewortelde angst om vernederd en uitgestoten te worden.

 

 

 


Terug naar het overzicht


release 1 januari 1922
vorm literatuur
auteur Fred Thomas
uitgever D.A. Daamen's

Deel dit artikel